top of page
Zoeken

LET'S MAKE SOME TIME

  • Foto van schrijver: elske rollema
    elske rollema
  • 4 mrt
  • 3 minuten om te lezen

ree

De klok is gestrand. Hij staat stil.

Zelfs nieuwe batterijen helpen niet.

Een paar jaar geleden heb ik; Let’s make some time op de klok geschreven:

 Als je geen tijd hebt, dan máák je tijd. Las ik ergens, ooit in een verhaal. Ik weet niet meer welk verhaal of legende. Iets sjamanistisch vermoed ik.


Twee mensen; de tijd dringt; “Wat doe je nou?!” vraagt de ene persoon wanhopig aan de ander als deze in hun spoed rustig onder een boom gaat zitten  ‘ We hebben haast, er is geen tijd om onder een boom te zitten!!. 

Waarop de ander spreekt,“Als er geen tijd is, dan maken we tijd.”


Die zin vond ik passend, dus schreef ik hem op de klok, als een herinnering, voor als ik haast voel en druk.zodat het mijn mantra Bepaal je eigen tempo, Maak tijd, et cetera versterkt.

 En toch glipt hij door je vingers, hoe bewust je hem ook probeert vast te houden. Tijd.

Nu ligt de klok op de grond. Gesneuveld.

Gevallen van de muur in een wilde woede-uitbarsting van mijn dochter. Ironisch genoeg ging haar woede óók over tijd.

Ik vond het symbolisch. En herkenbaar.


Maar wie bepaalt eigenlijk die tijdslimiet?

Wat als je een brein hebt dat uitstelgedrag als levensstijl heeft? Dat pas op het laatste moment in actie komt en dan verzucht: Waarom ben ik niet eerder begonnen? Simpel. Omdat je brein dat gewoon niet kán.


Ik hing de klok terug, gaf hem een nieuwe batterij. Maar hij was verbogen, niet meer hetzelfde. Misschien is het tijd dat hij verdwijnt. Dat er een nieuwe tijd aanbreekt.

We kijken hier thuis sowieso weinig op de klok.


Ik weet dat hij drie minuten voorloopt. Dat geeft me een buffer, een beetje speelruimte om ontspannen te blijven als anderen in de haast schieten.

Al werkt dat soms averechts: dan denk ik dat ik extra tijd heb en ga ik nóg rustiger aan doen. Uiteindelijk kom ik dan alsnog nét of net niet (iets vaker) op tijd.met toch die haast.

Trein gemist? Wacht op de volgende, er kan nog een trein komen.


Tijd kan ook mijn vriend zijn. Ik oefen ermee.

Wekkertjes zetten, mezelf eraan herinneren dat tijd me kan helpen in plaats van tegenwerken. Ik vond een mooie klok op Koningsdag, voor een prikkie.

Nu weet ik waarom: de wijzers bewogen nét niet goed. Hij tikte net te luid, bleef soms hangen, alsof hij zelf niet wist hoe hij met tijd om moest gaan. Ik snap dat wel.


Heel vroeg sta ik op. Schemertijd, Ontwaken met de dag.

Geen scherm. Adem, lucht, en een koffie…

Vroeger vond ik de klok bij mijn opa en oma fijn. Dat getik, daar viel ik bij in slaap. Nu kan tijd me ook benauwen. Alsof hij me constant eraan herinnert dat er iets moet. Maar dat is natuurlijk onzin. Tijd is maar net wat je ermee associeert.


Het is leeg op de plek waar de klok hing.

Mijn dochter vroeg vanmorgen: “Hoe laat is het?” Even was er geen telefoon bij de hand. Ook al merkwaardig.

Misschien koop ik een nieuwe klok. Misschien schrijf ik er weer iets op.

De plek is leeg. Misschien is een klok toch wel fijn.

Om de tijd kunnen nemen.


Je eigen tempo bepalen is moeilijk. De wereld heeft haast. School, werk, verwachtingen—als je minder hard meekomt, lig je al snel achter.

Moet je dan blijven rennen, aanpassen, op je tenen lopen om het tempo bij te houden?met alle gevolgen van dien?  Of mag je gewoon je eigen ritme kiezen?


Ont-moeten. Contact te maken. Stil te blijven staan, bij wat, of wie je pad kruist, waar we ons meestal door heen spoeden, want er wacht iets, of iemand, er moet iets. Van iemand, vaak onszelf, de tijd drukt.

En we drukken elkaar door.

Waar blijft de tijd, sorry, geen tijd, Had ik maar wat tijd genomen.

Nu is straks alweer zonet.

Als je later terugkijkt op je leven, wil je dan vooral dat je harder hebt gerend en meer hebt gepresteerd? Of dat je meer tijd hebt gemaakt voor wat écht telt?

En waarvoor je nu rent in de tijd en druk die we elkaar zelf opleggen.

Altijd online, bereikbaar, beschikbaar.


Inmiddels heeft mijn vriend de oude klok op z’n kop teruggehangen. Zonder batterij.

Een helder gebaar.

Tijdloosheid. Daar verblijven wij in ieder geval, graag in.

Misschien is het tijd om wakker te worden in een nieuwe tijd.

Eentje waarin we niet meer krampachtig proberen mee te gaan in een ritme dat ons niet past. Waarin we kijken welk tempo wél werkt. Voor onszelf, en voor de mensen om ons heen.


 Ik heb toch maar een nieuwe batterij in de klok gedaan.

Hij staat nog stil. Maar tikt wel. Heel zachtjes, rustgevend. Wijzers op de negen. O nee, de zes.

Ik laat de omgekeerde klok voorlopig even hangen terwijl ik hierover doormijmer.

En waarschijnlijk ergens te laat voor ben.

Of juist net op tijd.







 
 
 
bottom of page