top of page
Zoeken

WILDGROEI IN DE VINEX

  • Foto van schrijver: elske rollema
    elske rollema
  • 4 mrt
  • 3 minuten om te lezen

ree


Ik heb niet een vierkante meter wilde tuin, maar de hele voortuin als wilde tuin​.​

Het feit dat ik een tuin heb alleen al.


Er prijkt een bordje op- DE WILDE TUIN

(Nou ja, bordje, een pagina van de NRC met ‘de wilde tuin’. Geplastificeerd en met een punaise vastgeprikt op het, al vrij rotte, hek.

De pagina waait soms wat los


Voorbijgangers observeren wordt nu extra leuk.

De blikken vol afgrijzen.

De gedachten die in de heen en weer schietende ogen liggen...

‘Hoe is dit mogelijk in de Vinex-wijk?’

‘Dit gaat ten koste van het straatbeeld/mijn huiswaarde/stresslevel!’

‘Wie WOONT Hier?’

‘Savages zijn het.’


Tot blikken van bewondering en soms zelfs even blijven staan.

‘Kijk, het is mogelijk, wat heerlijk dit even te zien in deze Vinex-wijk.’

‘Gut kijk nou, Bereklauw!’

‘Heeft u ook een bibliotheekje misschien?’

‘Of koffie? ‘


“Dat komt nog“ Zeg ik vriendelijk vanachter een hoog omhoogkruipende passiebloem.


De bijen zoemen.

Het gras reikt hoog

Evenals de andere nog niet allemaal definieerbare andere groeisels


Ik denk terug, aan onze tuin van vroeger in het Drentse dorp, Peize.

Mijn ouders waren net gescheiden, geloof ik, of bijna.

Wij gingen met moeder op vakantie, en bij terugkomst, stond de hele tuin metershoog in bloei.

Ik vond het fantastisch.

Mijn moeder riep uit: “De tuin!!!”


Ik weet niet welk oordeel daar bij hoorde.

Maar ik vond het prachtig en vroeg of het zo mocht blijven staan.


Ik zou daar prima kunnen verdwalen tussen de Rododendron

Of cowboy kunnen spelen.

Of John Travolta, op zoek naar Olivia newton John. Of andersom.

We zouden er een speurtocht kunnen houden voor mijn verjaardag.

Ik verzamelde vergrootglas, verrekijker en kompas en een glas roosvicee als proviand.


Een paar weken later. 

Ik  stond ik met mijn vader voor het raam naar de tuin te kijken.

Het gras was inmiddels kort.

Er zat een vogeltje in het gras, heel stil.

Al heel lang.

We keken toe hoe dat toch kon...


Ik besloot op expeditie en onderzoek te gaan.

Misschien was het vogeltje wel dood.

Rechtop gestorven.

Raar terechtgekomen na de greep van een van onze katten.

We overlegden dat mijn vader achterbleef met verrekijker om op de uitkijk te staan. 


Voorzichtig sloop ik op mijn tenen naderbij.

In opperste concentratie

Wat een vreemd vogeltje…

Ik bukte en zag het nu goed. 

Mijn schouders zakten 

De zon kaatste op het vergrootglas en mijn lach klonk schel over het korte graslandschap.

We hadden 20 minuten naar een honden drol of kattendrol staan kijken.


Mijn vader stuurde mij  ​onlangs ​​de NRC oproep toe van de wilde tuin.

per mail. Vanuit Amerika nota bene. Hij krijgt daar een speciale uitgave voor geëmigreerde NRC- lezers

‘Is dit iets voor in  jullie tuin?’ 

Gelukkig had ik net de tuin  voorzien van wilde bloemzaden.

Het vergde wel wat invoeren van mailtjes en coördinaten en ik geloof dat ik ook geregeld een foto moet maken. 

Ik had eindelijk een hoger doel om de hark erbij neer te gooien.

Onmiddellijk  heb ik het NRC De Wilde Tuin comité gemaild: Ik doe de hele tuin! 

Mijn grasmaaier heb ik meegegeven aan de buurvrouw die verhuisde.

Het gras reikte al hoog toen ik haar uitzwaaide.


De eerste zomerdag.

De buren zijn bezig in de tuin. Links, rechts.

Hoveniers scharrelen rond in de buurt.

Leggen stenen, trekken kruid, de buurvrouw maait het gras. 

Elektrisch, er zit nog net geen tractorzitje op voor haar enorme 5 vierkante meter tuin.

Ergens anders rollen een soort 'grasgrazer's’ op wieltjes door een soort golftuin.


Een buurtman loopt langs met zijn hond.

Hij schraapt zijn keel.

Ga jij nog wat aan je tuin doen buurvrouw... of laat je het zo. eh ...wild?

Ik neem een slokje koffie. Ik knik


Ik laat het overal groeien zeg ik. Mooi he? 

De buurman bloost en loopt snel door.

Zijn hond blijft achter een lange riem hangen achter een tak uit mijn tuin.

Dan springt mijn kat vanuit de rozenstruiken blazend op het hondje af.

het hondje piept. De riem laat los en met een noodvaart ketst het hondje terug richting buurt-man.


In het vogelhuisje wat nu wordt begroeid door een klimplant die nu ook mijn voordeur begint over te nemen, hoor ik jonge vogeltjes piepen.


Voedertijd.


Verderop zie ik de buurt-man hoofdschuddend met de buurvrouw op de maai-tractor smoezelen. Het hondje nog wat beduusd naast hem.

Ze schudden hun hoofden, kijken, mompelen, knarsen, maaien.

‘Wat moet er terechtkomen van deze wijk,Het lijkt hier wel een achterbuurt, Hoe moet het met ons  aanzien, waar parkeer ik mijn drie  auto's met al dat wilde groen en hoe moet het nu met de keeping up van onze appereances...?’


Ach en wee.


Ik denk dat ik mijn verjaardag in de tuin vier dit jaar.


Zoals ik al zei: 

De bijen zoemen.

Het gras reikt hoog​.​




 
 
 

Opmerkingen


bottom of page